
De Huismus behoort tot de soorten die wereldwijd het meest verspreid zijn. Vrijwel op alle continenten is de Huismus in grote aantallen te vinden. Helaas gaat de soort in Nederland achteruit. Dit wordt onder andere veroorzaakt door steeds beter geïsoleerde huizen. Gelukkig bestaan er tegenwoordig speciale 'vogelvides' voor onder de dakpannen. Zo kunt u mét een goed geïsoleerd dak toch uw mussen gepaste woonruimte aanbieden.

De koolmees komt overal in Nederland voor en broedt graag in nestkasten. Een nieuw kastje in de tuin wordt eerst uitgebreid geïnspecteerd. Zodra het goed is bevonden gaat het vrouwtje aan de slag. Zij bouwt het nest en legt vervolgens 8 tot wel 13 witte eitjes met rode vlekken. Het mezenpaar zorgt na het uitkomen van de eieren samen voor de jongen. Beide meesjes vliegen tot wel 300 keer per dag op en neer met rupsjes, vliegjes en larfjes. Mezen zijn dus heel blij met een ‘eikenprocessierupsen-processie’ om de hoek!
Kijk mee in het koolmezennest bij Beleef de Lente.

De merel is wel de meest bekende zangvogel van Nederland. De mannetjes zingen vooral veel in het voorjaar.. Elke merelman bedenkt weer nieuwe riedeltjes en strofen. Allemaal om de vrouwtjes te lokken en andere heren te overtroeven. Merels maken tijdens het componeren van hun eigen liedje ook graag gebruik van omgevingsgeluiden. Het kan maar zo gebeuren dat je een stukje van een ringtone hoort. Of dat je denkt dat er wel zeven verschillende vogels in je tuin zitten te zingen. Maar dan blijkt het gewoon één en dezelfde merel te zijn: imitatiekunstenaar van wereldformaat!
Luister naar de merel met de telefoon in zijn zang.

Wat een gammel nest bouwt het tortelpaar! Het heeft meer weg van een slordig hoopje takken. Het gebeurt dan ook regelmatig dat het hele nest met een beetje stevige wind inclusief eieren en/of kuikens wegwaait. Gelukkig broeden Tortelduiven van februari tot in november en hebben ze 5 tot soms wel 9 legsels per jaar! En dat broeden doen ze samen. Het vrouwtje zit de hele nacht op de eieren. Het mannetje lost haar dan in de ochtend af en neemt zo’n 8 uur broeden voor zijn rekening. Na het uitkomen van de eieren voeren man en vrouw de kuikens de eerste dagen samen met ‘melk’ uit hun krop. Na 2 weken vliegen de jongen al uit. En dan begint het liefdesspel opnieuw, zoals het echte tortelduifjes betaamt. De roep van de tortelduif kun je makkelijk herkennen door hem als volgt te vertalen: ‘I love you, I love you’. Probeer maar:

Aan de vorm van de snavel (kort en stevig) kun je goed zien dat de vink overwegend een zadeneter is. Maar tijdens het broedseizoen stappen de vinken tijdelijk over op insecten. Daar zitten meer eiwitten in en die zijn hard nodig voor de groei van de jonge vinken. Bovendien kunnen de ouders in deze tijd ook wel extra krachtvoer gebruiken. Het is hard werken om de 3 tot 5 jongen groot te brengen. Ook na het uitvliegen blijven ouders en jongen nog 3 tot 5 weken bij elkaar in de buurt.
De vinken doen het goed in heel Europa. Alleen in boomloze gebieden zal je de vink niet tegenkomen. Ook tuinen die vol liggen met stenen zijn onaantrekkelijk voor vinken. Zowel de beschutting als het voedsel van de bomen ontbreken dan. En dat is jammer, want de vink is een vrolijke fluiter die je graag te gast hebt!
De groenling lijkt met zijn stevige snavel en stierenek wel wat op de vink. Maar door het groene verenkleed van met name het mannetje wordt een vergissing zelden gemaakt. In de winter zie je de groenlingen vaak in groepjes op je voedertafel. Zonnebloempitten en ongezouten pinda’s zijn favoriet. Met zijn snavel kraakt de groenling de zaden. Dat gebeurt op een bijzondere manier: de vogel trilt de zaden in de snavel terwijl hij die ronddraait. Hierdoor komt de vrucht los uit de schil. De vrucht wordt opgegeten, het omhulsel niet.
Kijk en luister naar de Groenling.

Houtduiven klappen hun vleugels onder en boven het lijf tegen elkaar bij het opstijgen en dalen. Je hoort ze dus altijd aankomen. Hoewel de houtduif behoorlijk rake klappen kan uitdelen met zijn sterke vleugels, weerhoudt dat de havik er niet van om deze vogel met grote regelmaat op het menu te zetten. De eieren en de jongen zijn bovendien zeer in trek bij de eksters en kraaien als voer voor hun eigen jongen. Gelukkig broeden houtduiven het jaar rond en hebben ze dankzij zogeheten kropmelk ook in najaar en winter voedsel voor hun jongen. De krop is trouwens ook handig als voorraadkamer. Er passen maar liefst 200 bonen of 150 eikels in…
Helder geel met blauw; de pimpelmees is een bijzondere verschijning. Het broedgedrag is misschien nog wel opmerkelijker. Hoewel pimpelmezen een vaste partner hebben, is het een notoire vreemdganger Vooral de vrouwtjes spannen de kroon. Zij duiken niet alleen met andere mannetjes het ‘nest’ in, maar leggen ook nog eens de eitjes van henzelf in het nest van een ander. Onderzoeker Oskar Vedder ontdekte dat dit overspelige gedrag vooral te maken heeft met het vergroten van de kans op bevruchting. En het ‘koekoek’-gedrag helpt om de overlevingskans van het nageslacht toe te laten nemen. Want kuikens die als eerste uit het ei komen, maken de meeste kans om te overleven. Dus over meer nesten verspreid, maken de eigen kuikens meer kans. Met zo’n 8 tot 12 eitjes per broedsel is het niet verwonderlijk dat niet alles groot wordt.

Het roodborstje is nogal een felle dondersteen. Zowel het mannetje als het vrouwtje verdedigt het eigen territorium met veel overtuiging. Zo kan het gebeuren dat een roodborst de weerspiegeling in uw ruit aanziet voor een indringer en vervolgens driftig tegen het glas gaat tikken. Om het territorium af te bakenen, zingen zowel de vrouwtjes als de mannetjes uit volle borst. Alleen in het broedseizoen dulden man en vrouw roodborst elkaar. Hoewel ze in de ‘verkeringstijd’ nog steeds apart, ieder in hun eigen territorium, voedsel verzamelen. Als de jongen geboren worden zorgen beide ouders voor voedsel. De jonge roodborsten krijgen hun rode kleur pas later in het jaar. Ze moeten namelijk vooral niet de agressie van hun ouders oproepen!